Een oefenopdracht heeft mij weer aan het
schrijven gezet. Wat een openbaring was dat! Door dingen van me af te schrijven
kan ik ze beter overzien, krijg ik inzichten in mezelf en kan de boel beter
hanteren. Om het te delen blijft een lastige, maar het is ook een heel fijn
idee om anderen te kunnen bereiken te weten dat je niet alleen in dit schuitje
zit. Iedereen heeft zijn ellende, zijn pijn, zijn diepte, zijn donkerte…
Ik blijf het doodeng vinden…
Maar vooruit.., daar gaan we;
Eigenlijk wil ik geen blogs over
"mijn ziek zijn" meer schrijven. Het heeft een nare bijwerking; heel
veel mensen kennen je kwetsbaarheden en diepste zielenroerselen. Ook onbekende
mensen. En dit is op zich prima, maar wel altijd heel erg eng... Andersom ken
je die van de lezers niet. Al ga ik er wel vanuit dat iedereen ze heeft.
Niemand ontkomt aan zijn pijnen en duistere kanten. En daarom zijn we hier
ook... Om daaruit te leren, te ervaren, uit te wisselen en te groeien. We zijn
allemaal spiegels van elkaar.
Als wij elkaar tegenkomen echter, weet
ik nog zo weinig van de ander. Soms, in waardevolle gesprekken komt dat omhoog.
Alleen is het dan vaak zo, dat mensen niet meer terugvragen. Want van mij weten
zij "alles" al, tenminste toch een heleboel...Misschien concluderen
ze dat ik er wel kom, dat ik wel genoeg kracht heb om door te kunnen. Of ze
durven niet. Het is niet altijd leuk of makkelijk om erover te praten. Eerlijk
gezegd zit ik er zelf ook niet altijd op te wachten dus het blijft een
paradoxaal gebeuren…
Daarbij bekruipt mij soms zelf het idee,
dat ik mijn identiteit aan het “ziek zijn” of het “hebben van een beperking”
ophang, maar ik ben nog zoveel meer... Ook focus ik me liever op de leuke en fijne
dingen in het leven, en die zijn ontelbaar...
Dit alles, heeft mij er lang van
weerhouden om hierover te schrijven.
Ik laat erg graag de gekuiste versie van
mezelf zien. Mijn schaduwkindjes zijn het daar echter niet meer zo mee eens…
Vorige week zat ik nog bij een paar
vriendinnen te klagen over het feit dat ik (denkelijk) sinds ik amitriptyline
slik, niet meer bij mijn diepste emoties kom en niet meer hartstochtelijk kan
huilen. Dat dit ter sprake kwam was natuurlijk niet voor niets want direct het
weekend erop zijn de dijken met een enorme klap gebroken. De stroom die dat in
gang gezet heeft, is niet meer te stoppen…
Zo eenzaam, zo koud, zo diep en diep
verdrietig. Al sinds begin september zit ik er doorheen…
Het koudere en vochtige weer heeft een
diepe impact op mijn spieren en gewrichten. De energie die ik deze zomer had is
binnen no-time tot ver onder het nulpunt gezakt. En mijn coping mechanisme
heeft me de das omgedaan, ik weet echter even niet meer hoe anders…
Ik heb het gevoel alsof ik aan een dun
draadje over het ravijn hang en ik weet niet welke kant ik uit moet. Zo
overspoeld door emoties en pijn, en ik wil zo graag stoppen met de
medicijnen. Ik moet er ook mee stoppen, de afspraak met de
revalidatiearts staat gepland en ik weet dat afbouw van de medicatie ook op het
programma staat. Ik wil ook niet anders dan stoppen. Maar ik ben bang… Bang
voor mijn gedachten, voor mijn pijn, voor mijn eenzaamheid.
Chronisch ziek zijn is een heel eenzaam
proces. De constante pijn is er voor jouw alleen, die kan niemand anders van je
overnemen, die kan niemand anders met je dragen. Het is keihard werken, elke
dag weer, om de dagelijkse dingen te hanteren en daarbij ook nog jezelf van de
zonnigste kant te laten zien. Dag in, dag uit, door de donkere, soms slapeloze
nachten heen, jaar in jaar uit… Inmiddels vijf jaar en vier maanden lang.
De zomer heeft een bepaald effect op de
natuur, alles vibreert, komt tot bloei, zoekt de zon op, gaat naar buiten toe.
Het is een groot feest van open zijn, van licht en activiteit. Alles en
iedereen leeft op. Daarin ga ik makkelijk mee en met warmte en afleiding is de
pijn gewoon minder en beter te dragen. Van de energieën die er hangen krijg ik
een enorme boost. En jeuj…, wat heb ik een topzomer gehad!
Maar als dan de donkerte en de kou weer
toeslaan en zo’n aanslag op je fysiek doen, dan is de rek er gauw uit.
Tenminste..,bij mij nu even wel…
Ik hou van de herfst, maar de
herfst houdt niet zo van mij. Óf misschien juist wel… Dit is wat ik de
afgelopen dagen geleerd heb. Door het lezen van een boek over alchemie. Alles
in de natuur maakt zijn processen door. Een voortdurende wisselwerking tussen
opbouw, instandhouding, afbraak en wederopbouw. En daar horen ook de
rottingsprocessen bij…
Afgelopen zondag ben ik gigantisch in
elkaar geklapt. Daar ging heel wat aan vooraf. Ik liep al weken op mijn laatste
reserves en sinds begin september kom ik amper mijn bed nog uit. In mijn bed is
het namelijk warm en knus. Door een nieuwe houding kan ik er alles beter doen
dan op welke andere plek in huis dan ook. Mijn bed is de meest veilige plek
waarin ik mezelf kan zijn. Ik geniet dan ook veel met lezen en leren, tarot, de
kinderen, internet, noem maar op. Maar daarbij is het naast de normale
dagelijkse beslommeringen en huishoudelijke bezigheden ook nog keihard werken
om de dag door te komen.
De vanzelfsprekendheid heeft het altijd
makkelijk gemaakt. Dat niemand opkijkt of vragen stelt als ik weer eens in bed
lig, of als ik zeg dat ik door pijn niet geslapen heb. Of dat ik me niet zo
jofel voel. Dat is niet nieuw meer. Die vanzelfsprekendheid is fijn. Mensen
houden vaak rekening met me zonder er om te hoeven vragen en dat is lief. Maar
soms zorgt het er ook voor dat ik me gekwetst en niet gezien en gehoord voel,
dat iedereen het maar normaal vind, dat ze mij niet horen klagen dat ik
voortdurend pijn heb…
Nu ben ik al weken in gevecht, met mijn
lijf, met mijn pijn, met de donkere kanten in mijzelf, mijn spoken, demonen,
monsters, met de delen in mij die er keihard voor moeten werken om positief te
blijven, om energie op te doen voor een avondje uit, om mijn dagelijkse taken
uit te voeren. Met de delen die dit alles niet eerlijk vinden, die meer willen
dan ik kan, die me veroordelen, die me opvreten en verteren. Met de delen
die aandacht willen, die podium willen, erkenning, eens zeggen dat ik dat knap
gedaan heb; weer met een lach de dag doorkomen, een pluim voor mijn harde
werken ook al lijkt het erop of ik in Luilekkerland leef… En ja ik wéét dat dit
allemaal ego-dingetjes zijn. Uitingen van mijn kleine ikje. Maar fuck dat
spirituele gezeik, het is wel deze aardkloot waarop we het allemaal moeten
doen!
Mensen zien mij alleen als ik níet in
bed lig. Als ik mijn voorbereidende periode van energie sparen even achter me
laat om vervolgens met mijn blije bakkes te genieten van vriendschap,
samenzijn, uitgaan, concerten en al die fijne dingen. Dat ik daarna weer dagen
met pijn en eenzaamheid in bed lig, dat ziet nooit iemand. Alleen Guido en de
kinderen, en die weten niet beter.
Het is soms een “schizofreen” bestaan.
En die “schizofrenie” die is nu zo voelbaar en dat is doodeng. Ik heb het
gevoel alsof ik erin verzuip…
Maar ik wéét dat ik dat niet doe, want
ik heb nog steeds dat vlammetje in me dat zo enorm intens van het leven houdt.
Óók met die zwaarte, met die donkerte, die eindeloos lijkende dieptepunten. Dus
ik ga door en ik zal hier ook weer doorheen komen.
Maar het is zo verrekte eenzaam…
En het doet zo enorm veel pijn…
~Soms voelt het, alsof ik in een grot
leef. Een donkere, koude, vochtige grot. En op regelmatige afstand van elkaar,
hangen er fakkels aan die wanden. Die fakkels die maken de grot aangenaam warm
en licht genoeg om me er comfortabel in te voelen. Door me steeds aan die
lichtpunten te warmen en me in leven te voelen. Dan voel ik me er thuis en
heb het er zo slecht nog niet. Maar dan kom je weer een bocht om, waar de
fakkel is gedoofd… Of voor je neus wordt uitgeblazen. Dan is het donker en
duister. Dat zijn moeilijke stukken om doorheen te gaan. En ik weet dat er
achter de volgende bocht waarschijnlijk weer een lichtpunt is. En als die er
niet is, kan ik er vaak zelf nog wel voor zorgen. Dan weet ik mijn vlammetje zo
aan te wakkeren, dat er genoeg licht is voor mij en voor allemaal… Maar daar is
wel lucht en ruimte voor nodig. En daar moet ik zelf voor zorgen… Zuurstof,
warmte en materiaal. God zegene deze greep en help me mijn vuurtje brandende te
houden…~
(Bij het volgende nummer braken bij mij
de dijken. Vooral met de toevoeging van de wijze woorden van mijn lief: “dat is
jouw diepste Ware Zelf die je roept…”)
"The Late September Dogs"
Just outside my window I hear the late
September dogs
And I understand their warning I
understand their song
Since you left I feel the change in the
air
And night after night I'm searching for
mercy everywhere
So I wake in the street and I call out
your name
I shout to the sky please
Come on let it rain
Let it rain down on me
Let the rain touch my hands
Let the rain set me free
Let it rain down on me
Silence is the steel that pierces and
cuts me to the bone
In dreams the hand that touches you is
mine and mine alone
Cruel is the light is the morning
shining down on me
Hours with the Devil to understand just
what you need
So I wake in the street and I call out
your name
Shout to the sky come on
Come on let it rain
Let it rain down on me
Let the rain fill my eyes
Let the rain set me free
Let it rain down on me
Just inside the distance I hear the late
September dogs
And so I beg for sleep the child who
walked before she crawled
Damn my soul that remembers and clutches
to this pain
The spear in your side is me
Come on let it rain
Let it rain down on me
Let the rain touch my hands
Let the rain set me free
Let it rain down on me
~Melissa Etheridge~
Liefs,
Geebs