zondag 24 augustus 2014

Champignonroomsaus


In de allerlaatste week van de schoolvakantie zouden wij donderdag logees krijgen waarvoor ik speciaal een Duits maaltje wilde klaarzetten. Rösti, rooie kool, appelmoes en natuurlijk schnitzel met champignonroomsaus. Ik wilde vooral de saus helemaal zelf maken. Nooit eerder gedaan maar met een soort trots in mijn donder dat ik iedereen versteld wilde doen staan over, vooral dan toch, die saus.

Om het mezelf niet al te moeilijk te maken had ik natuurlijk wel kant en klare rösti’s en (oooh wat slecht) gepaneerde schnitzels gekocht. Maar wel zelf twee doosjes champignons, twee teentjes knoflook en drie sjalotjes schoongemaakt en fijngesneden. Toen was de koek al eigenlijk op… Maar we waren er nog niet hè ;) Dus de losse bakpan tevoorschijn gehaald, bouillonnetje maken, sjalotjes bakken, champignonnetjes erbij, kruiden, slagroom, roeren, kloppen, proeven… Afijn, anderhalf uur verder had ik de heerlijkste saus ooit op het vuur (ja zou je willen, inductie#@*&%^) staan pruttelen… En was ik zelf op leven na dood… Maar een slimme meid is op álles voorbereid dus dit hele gebeuren nam plaats in de late ochtend zodat ik voor de gasten kwamen nog zeker vier uur de tijd had om volledig plat te gaan.

Voor mij is dit inmiddels heel normaal en merk ik dat ik er, als ik het op mijn eigen tempo doe, met de nodige ruimte er omheen, intens van kan genieten. Van zo iets simpels en kleins als een sausje maken. Maar dan moet ik daar van te voren rekening mee houden en tijd vooraf en achteraf inplannen en er moet tussendoor niets onverwachts gebeuren. En dat gebeurde ook niet, mede omdat het nog vakantie was en alles dus in de relaxmodus stond. Maar wat áls…

Nou, dan raak ik uit balans, en hoe dat werkt, kan ik nu haarfijn uitleggen:
Het is zaterdagnacht; ik lig te woelen en te zweten. Doodmoe van een aantal slapeloze nachten en rijk gevulde dagen. Niet wetende hoe te moeten gaan liggen om zo min mogelijk pijn en zoveel mogelijk comfort te ervaren. En na wat gedraai, gewurm en gefrot kan ik me op een gegeven moment toch  helemaal over  geven aan wat ik  precies ervaar…

Liggend op mijn rug voel ik  dat alle gewrichten in mijn lichaam heel erg veel pijn doen. Alsof op alle knooppunten van beweging een rood alarmsein pulseert en uitstraalt. Overal door mijn hele lijf heen flikkeren rode lichtpunten. Vanaf mijn tenen tot hoog in mijn nek. Het ene signaal wat groter en feller dan het ander, maar het ritme lijkt overal wel gelijk. Door al die uitstralende intensiteit lijkt het alsof er tussen al die alarmpunten een soort spinnenweb loopt van elektrische draden, in mijn visualisatie blauw fluorescerend van kleur. Een circuit van verbindingen door heel mijn lichaam heen. Alles is met elkaar verbonden en voelt en reageert op elkaars trilling. Dat lijkt op een gevoel van chronische kippenvel van kop tot staart.

In de loop der tijd heb ik dat gevoel en ritme heel goed leren kennen en ben er vertrouwd mee geraakt. In het begin was het te heftig en wist ik me er totaal geen raad mee. Zoals je geestelijk je lichaam kunt beschouwen, stel ik me mezelf voor als een klein figuurtje die probeert de balans te vinden op al die elektrische pijndraden en die pijnlijke knooppunten en alles draait en resoneert door elkaar heen en nergens vind dat poppetje ook maar enig houvast. Maar ergens heeft er zich een harmonisch ritme gevormd, een vorm van gewenning aan al die pijn en onrust waardoor er een herkenbare golf is waar met de nodige aandacht redelijk op te balanceren valt. En als alles dan heel fijn en relaxed gaat, dan zou je je kunnen voorstellen dat dat figuurtje heel rustig ligt op een trillende, blauw fluorescerende pijndraad, een armpje relaxed onder zijn hoofd, al kauwend op een strootje…
Dat zijn de fijne momenten van balans. Dan kan ik alles het best hanteren. Als er dan maar iets gebeurt met mijn lichaam, of in de omgeving, dan is die balans eenvoudig verstoord. Zoals een lange wachtrij bij de kassa en geen mogelijkheid tot zitten dan begint alarmknop numero zoveel, bijvoorbeeld die in mijn rechterheup, zó uit te slaan, reageren al die elektrische verbindingen daarop en wordt het een zootje in mijn circuit… Dan moet dat figuurtje (mijn geestelijke ik) zo zijn best doen zich staande te houden en dan kan ik inderdaad wel eens geïrriteerd reageren op mijn omgeving (ach arm meisje achter de balie) en verlies ik mezelf wel eens…, al moet ik zeggen dat dit nog maar zelden voorkomt. Ik heb veel geleerd de afgelopen jaren en als ik maar luister naar mijn lichaam, gebruik maak van de hulpmiddelen, mijn grenzen aangeef en geniet van al het moois en kleins, dan heb ik een heel prima en gelukkig bestaan.

En bij dreiging van disbalans duik ik mijn bed in.
Óf leun ik achterover in mijn comfort zone en geniet van een biertje, het samenzijn met dierbare vrienden en verorber tevreden mijn schnitzeltje met champignonroomsaus…

Liefs,
Geebs