woensdag 12 december 2012

En dan...

En dan...

Dan is de uitslag van de reumatoloog negatief, wat op zich heel positief is. 
Maar wat dan...? Hoe nu verder? 
Hij kan niets met de mate van hypermobiliteit van mijn gewrichten aangezien er enkele testen er niet geheel op wijzen. "Ik kan je niet verder helpen. Ga maar terug voor spuiten bij de orthopeed of laat je begeleiden bij je huisarts. Nog vragen?".
Ja, ik had nog honderdduizend vragen, maar bij hem vond ik het niet de juiste plek deze te stellen wat ik hem ook fijntjes mededeelde. 
Vol kracht terug naar huis gefietst, mijn dingen gedaan, gecrasht op de bank om vervolgens helemaal te verdwijnen in vertwijfeling.
Na een paar verhelderende huilbuien de huisarts gebeld voor een dubbele afspraak om de zaken op een rijtje te krijgen.
En als ik afgelopen maandag voor de balie sta, een fractie voor ik me kan aanmelden mijn dokter gehaast haar jas aan zie trekken op weg naar een mijnheer alleen met druk op de borst, dan breken de dijken weer door.  Snotterend meld ik dat ik nog wel eens terugbel en peddel weer naar huis. 's Middags kan ik goddank terecht en vind een luisterend oor en troostende schouders, fijn, een huisarts die kan luisteren. Ze adviseert me een consult en mogelijk verder traject bij een revalidatiearts bij Blixembosch. Nu is het wachten op een afspraak, wachten, wachten, wachten.

Kwam langs Nijmegen met de trein vandaag. Een gevel werd opgesierd met een nieuwe spreuk:

als de Waal uit het zicht is, stroomt de verbeelding'  

Mooi zeg...

zaterdag 24 november 2012

Voor wie dit leest


Woorden. Ik heb altijd een ambivalente verhouding gehad met woorden. Als kind was ik een dromertje en kon me laten meeslepen door mijn gedachten over hoe het dan allemaal in elkaar zat met de wereld, het heelal en het oneindige. Vooral het woord 'ik' was een hoofdbreker voor me. Want als ik 'ik' zei, dan had dat een andere betekenis dan als een ander 'ik' zei. En hoe voelde een ander 'ik' dan, voelde dat dan precies hetzelfde als de ik voor mij...
Er was een liedje wat me ook enorm fascineerde op de lagere school; Wordy rappinghood van de Tom Tom club. Ik heb er nog een dansje op gemaakt voor de weeksluiting ;)
Maar als ik iets moest vertellen, dan schoten woorden mij vaak tekort. Op de meest belangrijke momenten stond ik met een mond vol tanden.
En de uitspraak 'schelden doet geen pijn' heb ik nooit begrepen. Woorden zijn wel degelijk in staat te kwetsen, misschien nog wel erger dan fysiek...
Op de middelbare school kwam ik in aanraking met een gedicht van Leo Vromans, voor wie dit leest. Woorden zijn niet toereikend om maar in de buurt te komen bij wat ik toen voelde. Wat ik nog wel weet is dat het me zo diep raakte en dat ik me zo gekoesterd voelde door dit gedicht en nu nog.

En nu helpen mijn geschreven woorden me zo nu en dan om alles op een rijtje te krijgen. Ik vind het leuk mijn gedachten in woorden te vormen en zo te proberen de essentie uit te drukken en hopelijk ook op een ander over te brengen.

Voor wie dit leest

Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.
O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen.
Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid;
verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit.

Menige verzen heb ik al geschreven,
ben menigeen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven:
liefde is het enige.

Liefde is het meestal ook geweest
die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende vooroverboog
over de woorden die Gij wakker leest.

Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken naar uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn.

Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken,
zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven;
en laat Uw blik hun innigste niet raken
tenzij Gij door de liefde zijt gedreven.

Lees dit dan als een lang verwachte brief,
en wees gerust, en vrees niet de gedachte
dat U door deze woorden werd gekust:
Ik heb je zo lief.

Leo Vroman

 

vrijdag 23 november 2012

Plannen



Gek, hoe binnen zeer korte tijd de strekking van een woord zo kan veranderen...


Gisterenavond stond het plannen van ons jaarrooster op de agenda. Van zeven tot tien zouden we bijeenkomen en gezamelijk het rooster voor 2013 in elkaar flansen. Altijd een zeer enerverend gebeuren!
En een gebeuren wat ook de nodige voorbereiding vergt. Want wanneer is er iets te doen in 2013, en wanneer wil je op vakantie, en wie viert welke verjaardagen op welke dag?

Na mijn ervaring vorige week in het ziekenhuis was ik een zenuwinzinking nabij en zag ik zo als een berg tegen dat plannen op.
Hoe kan ik nu diensten plannen waarvan ik het idee heb dat ik ze toch niet kan werken?
Wat moet ik opgeven?
Hoe moet ik nachtdiensten plannen als Plannen momenteel zoooo beduidend iets anders inhoud dan een jaarrooster plannen?
Plannen is nu dagen vooruitkijken om mijn energie vooraf in te delen.
Het is er stiekem ingeslopen, maar ik heb er een heel strakke dagplanning bijgekregen zonder dat ik het bewust in de gaten had. Plannen wanneer boodschapjes doen zodat daarna tijd is om te liggen anders kan ik niet koken.
Plannen de hele dag niets te doen om een avondje naar de kroeg te kunnen. En is er daags daarna wel ruimte om de hele dag bij te komen?
Plannen wanneer ik mijn administratieve taakjes doe, niet op een dag waarop ook een wandeling gepland staat.
Even in paniek raken van een smsje of ik volgende week mee ga wandelen, wat is dat voor een dag, heb ik dan niets anders??? Het is raar, dat dit binnen korte tijd zo gewoon voor me geworden is. Ook wel comfortabel en overzichtelijk hoor. Ik ben gauw tevreden en heb me nog geen moment verveeld. Ik lees wat af, geniet van de poezen, muziek en vooral de kids. Heerlijk om altijd mijn onverdeelde aandacht voor ze te hebben. Het zijn die fijne dingen die erbij komen.

Maar als ik dan ter voorbereiding van de roosterplanning een weekend vrij plan voor Bospop volgend jaar, dan bekruipt me ineens de angst... Drie dagen festival....?  Daar draaide ik nooit mijn hand voor om. Daaromheen plande ik altijd mijn nachtdiensten, onze favoriete festivals naast alle andere fijne dingen. Hoe ga ik dat doen?!
En het werk... Dan zit ik daar in mijn vertrouwde kantoortje met mijn collega’s. Hoor ik op de achtergrond de eigen geluiden van enkele bewoners die ik zo mis... En dan hoor ik mezelf de data roepen dat ik wil werken.... Het voelt zo bizar allemaal. Ga ik hier nog terug kunnen komen om te werken?

Ondertussen wacht ik maar af wat nu de definitieve diagnose wordt, wat kan ik anders?

Het houdt me bezig...

donderdag 22 november 2012

Flexibel

Het is nu een week geleden dat ik een intake had bij het reumatologiscch 
centrum. 
Dat bezoek heeft me tot in het diepst van mijn ziel geraakt... 
En eigenlijk was het nog niet eens de reumatoloog zelf, of de juffrouw van de 
bloedbank, maar het gevoel als een soort pluisje van hot naar her geblazen te 
worden. Een lappenpop met armpjes die gebogen en geprikt kunnen worden. Een 
gevalletje die deel uitmaakt van hun werkzaamheden van die dag, gevalletje 
nummero zo en zoveel... En nu ben ík dat gevalletje dan. 
 
Misschien was ik wel te bescheiden, daar ben ik wel goed in namelijk. Mijn 
gezondheid is altijd wat fragiel geweest. In mijn kinderjaren heb ik 
herhaaldelijk de woorden gehoord: “zo is ze gemaakt” en “daar moet je maar mee 
leren leven”. En dat ging me eigenlijk best goed af. Altijd een tandje minder 
weet ik met een geintje aan mijn luie Antilliaanse bloed. En nee, voor sporten 
ben ik gewoon niet in de wieg gelegd... 
 
Er was een vragenlijst die ik vooraf had moeten invullen, tenminste die indruk 
kreeg ik van de assistente. We hadden 20 minuten de tijd dus konden we de vragen 
ter plekke wel doornemen terwijl zij de antwoorden tegelijkertijd in de computer 
invoerde. Vragen over mijn gezondheid, medicatie, klachten en al mijn ziektes 
die ik in mijn 42 jarige leven gehad had. Ik raakte ervan in de war. Wat had ik 
niet allemaal gehad? Nee, ik hoefde niet alles te noemen, alleen de operaties en 
ziektes waar ik mee bekend stond. 
En daar ga je dan... Terug de tijd in, die ziekenhuisbezoeken met mijn moeder, 
wat heeft ze toch? Waarom heeft ze zo vaak koorts? Zomaar, hoog opvlakkerend en 
dan weer weg? Waar komen die pijnen vandaan? Heupen, handen, vingers... 
Onderzoek naar onderzoek, geen resultaten. 
“Zo is ze gemaak” ( de goede arts was van Aziatische komaf ;) 
Prima, dan leren we daar mee leven. 
Later in de puberteit problemen met darmen, moe, moe, moe. Pfeiffer? Nee, 
gewoon... Leer er maar mee leven. 
 
Mijn leven is prima, met die lichamelijke ongemakken erbij, het hoort bij mij. 
Door die ervaringen ben ik nooit een dokterloper geworden. Als er geen vaste 
diagnose is, geen hokje waar jouw geval in past, dan is het er niet lijkt wel. 
Dus ga ik niet meer en neem ik al mijn lichamelijke ongemakken op de koop toe. 
 
Bij de zwangerschappen is er echter geen ontkomen meer aan, de moeheid is dan zo 
erg dat ik als ik er niet aan toe geef gewoon neerklap. Nu heb ik ook nog een 
klein mensje ‘op zak’ waar ik goed voor moet zijn, dus neem ik mezelf een stuk 
serieuzer. Halve dagen werken op dokters advies en fysiotherapie voor de 
bekkeninstabiliteit. Na de geboorte van mijn jongste tot zeker een jaar na de 
geboorte nog. Daarna sta ik weer op eigen benen en ga weer verder. 
 
Maar goed, die vragenlijst bij het reumatologiscch centrum. Ik heb er een potje 
van gemaakt. Door onzekerheid, moeheid, pijn, wanhoop, ik weet het niet. Ik zag 
door de bomen het bos niet meer. 
Sport je? “Ja! Ik wandel, liefst twee uur. En fietsen, overal ga ik op de fiets 
heen.” Wat ik dan niet noem, is dat ik na zo’n wandeling anderhalve dag plat ga 
om weer bij te tanken en de pijn te verminderen. En dat dat overal waar ik heen 
fiets, gewoon het winkelcentrum een paar honderd meter verderop is, of mijn 
werk, zo een keer in de week op en neer. En ja, ik vind het fijn, maar het is 
minimaal. Alleen was er geen plaats meer in het vakje van de vragenlijst om dát 
in te vullen. 
En dansen, zei ik nou echt dánsen...??? God ja, wat hou ik van dansen, zo 
stiekem, als ik alleen ben, zo nu en dan de radio hard en dromend van een 
optreden bij So You Think You Can Dance. Maar meer dan dromen is het niet. 
 
De reumatoloog dook achter zijn computer bij onze kennismaking om mijn 
antwoorden op zijn vragen te registreren. 
Ik vind het altijd lastig over mezelf te praten, en als er dan een groot buro en 
een computer tussen staat, kost het me nog meer moeite. Tel daarbij op een 
gebrek aan oogcontact en ik ben weg. 
Bij het lichamelijk onderzoek constateert hij al snel dat er van reuma geen 
sprake kan zijn gezien mijn enorme flexibiliteit. “Kleed je maar weer aan”. 
En terwijl ik me weer in mijn kleding steek, komt dat gevoel weer omhoog. Dat 
wat ik al zo lang zo goed ken. Wat ik ook mankeer, het valt niet binnen onze 
kaders, dus leer er maar mee leven.... 
Bij het buro gekomen probeer ik zijn blik te peilen maar hij deelt zijn 
bevindingen met zijn computer. Ik voel een brok in mijn keel opkomen. 
Dan wendt hij zich tot me en vertelt dat hij niets reumatisch vermoedt. 
Hypermobiliteit kan aanleiding van mijn klachten zijn. Eigenlijk weet ik niet 
eens meer of hij er nog meer over vertelde, ik zat inmiddels in een grote bel, 
verweg van dit alles, in mijn bel van moe, pijn, zompig zijn... 
Aan het einde kan ik nog net piepend vragen of er ook op Lupus gecontroleerd kan 
worden. Beslist antwoord hij dat niks daarop lijkt en knoopt een eind aan het 
consult. 
Bloedonderzoek, foto’s opvragen van de orthopeed, succes verder. Er is geen 
ruimte om te vertellen van mijn koortsaanvallen, de dikke ontstekingen op mijn 
wangen, neus en voorhoofd uit het verleden en al wat nog. 
Maar goed, er wordt onderzoek gedaan en dat is fijn. Begin december mag ik terug 
komen. 
 
Als ik na het bloedprikken op de parkeerplaats in mijn moeders automaatje zit, 
krijg ik het te kwaad. Mijn god, wat heb ik gehuild, vanuit mijn tenen compleet 
met schokschouderen en flinke snotterbellen. Dat luchtte wel iets op, maar het 
zware gevoel is tot nu toe nog steeds niet weg gegaan... 
 
Even mijn zinnen verzetten bij een afspraak op mijn werk, dan terug naar huis 
waar mijn moeder met open armen op me staat te wachten. Ik snotter nog wat na op 
haar schouder. Zij probeert me goed bedoeld, te adviseren dat ik alles op een 
briefje moet gaan schrijven en dat mijn probleem is dat ik geen geduld heb. 
Gelukkig heb ik tot tien leren tellen ;) 
Mijn moeder is een grote lieve schat, ze staat altijd voor me klaar en wil niets 
dan het beste voor me. Maar oooh, wat kan ik hels worden van ongevraagd 
advies... Hoe lief  bedoeld ook, en ik neem het haar niet kwalijk het komt 
alleen niet zo lekker bij me binnen. 
Daarnaast is het zooo wennen dat ze bijna dagelijks over de vloer is voor de 
was, strijk en het stofzuigen. Ze vind het fijn om te doen en is blij dat ze wat 
kan betekenen. Ik vind het fijn want zou niet weten wat ik zonder haar moest. 
Maar ik mis mijn privacy, ik mis mijn autonomie, ik mis mijn 
onafhankelijkheid... 
 
En ondertussen wacht ik af en voel: “laat me toch met rust!” Maar vooral ook: 
“help me want ik kan het niet alleen!” 
 
 
Xxx 
 

Doe Maar

6 juni 1981, op het pleintje van de wekelijkse markt staat een grote tent. Het is al weken onrustig in ons durp... Doe Maar treedt op.
... En ik lig al uren te huilen in mijn kamertje. Ik mag niet!
Mijn plakboek, harde werken met cassetterecorder naast de radio, posters boven mijn bed ten spijt, mama vind me nog te klein. 
De steen op mijn maag voelt ondraaglijk zwaar en als er 's avonds op mijn deur geklopt wordt is "ga weg!!!" het enige wat ik nog uit kan brengen.
Gesmeekt heeft ze, mijn moeder, om me toch mee uit wandelen te krijgen met onze logeer-hond. En na flink aandringen en een verrassing in het vooruitzicht loop ik toch maar mee een blokje rond. De verzoeningspoging wordt steeds geslaagder naar mate we het dorpsplein naderen en de muziek steeds duidelijker wordt. Naast de tent genieten we samen, mijn moeder, de hond en ik, wat fijn om zo dicht bij mijn Doe Maar te zijn. Dan ziet mijn moeder iets, bindt de hond aan een hekje en duwt me voor zich uit een spleet in de tent in. Na wat wringen staan we ineens voor het podium. Oog in oog met de, op dat moment nog enige man in mijn leven: Ernst Jansz... 

Lang heb ik er niet van mogen genieten. En het was niet eens de beveiliging die aan dit alles een einde maakte. Nee, de emoties waren veuls te groot voor de toch wel kleine Geebs. Snikkend en trillend smeekte ik mijn moeder al snel om weer naar huis te gaan. Bang om als al dat ander grut flauw te vallen en afgevoerd te worden. Wijs was ik wel! 

En nu heb ik met volle teugen kunnen genieten! Wat een geweldige show, wat een super publiek en wat een topmuzikanten! Mijn keel heb ik schor gezongen, de meeste liedjes zaten nog goed in mijn systeem.
In februari wil ik weer!!!

De Zevende Hemel ~de Dijk~


Kom toch vrienden drinken, pak een stoel en schuif aan 
Neem de draad op van de oeroude verhalen 
Draai er mooi om heen met je sterkste stalen 
We hebben hier nog even en dan weer een lange weg te gaan 

We weten hoe het afloopt, dus zeg hoe je het wil 
We gaan iedereen graag op zijn woord geloven 
Waarheid komt van binnen uit en niet van boven 
En als iedereen zijn mond houdt dan blijft het hier zo stil 

Hier in de zevende hemel 
Wat willen we nog meer? 
In de zevende zevende hemel 
Komt het altijd weer op liefde neer 

Wanneer gaat het nou geweldig? Wat gaat nou van zelf? 
Dat het makkelijk was heb ik nooit horen beweren 
Maar met vrienden samen is alles te verteren 
En keert soms de zaak zich om en dan lukt het vaak weer wel 

O het leven, ja dat leven van de firma Op Leven & Dood 
Volgt zo zijn eigen onbezonnen route 
Waar we allemaal ooit aan geloven zullen moeten 
Maar nu nog niet nee, nee, onze dorst is nog te groot 

Dit is de zevende hemel 
Wat willen we nog meer? 
In de zevende zevende hemel 
Komt het altijd weer op liefde neer 

Deel dit ogenblik met ons, breek het voorzichtig stuk 
Laat achter wat te zwaar is om te sjouwen 
Geef het als herinnering door aan de jouwen 
Dit licht en luchtig niets van groot geluk 

Hier in de zevende hemel 
Wat willen we nog meer? 
In de zevende zevende hemel 
Komt het altijd weer op liefde neer 

Het komt als altijd weer op liefde neer 
...